Steeds meer mensen overlijden met een lichaam vol medische hulpmiddelen: van kunstheupen en pacemakers tot borstimplantaten en chirurgisch staal. Maar wat betekent dat eigenlijk voor de milieu-impact van lijkbezorging?
Dit nieuwsbericht is een samenvatting van het artikel dat Marjon Weijzen schreef voor het tijdschrift aprilnummer van vakblad De Begraafplaats: Recyclen metalen kan ook na begraven, mits gecremeerd.
Tijdens het symposium De Groene Dood presenteerde Saro Campisano eerder al de nieuwste inzichten uit milieu-studies naar verschillende vormen van lijkbezorging. De conclusie: de milieu-impact van lichaamsvreemde stoffen bij begraven is over het algemeen verwaarloosbaar, al blijft hergebruik en recycling van metalen een relevant onderwerp.
Recyclen van metalen na de dood
Jan-Willem Gabriëls van Orthometals, wereldmarktleider in het recyclen van metalen uit crematoria, benadrukt het belang van hergebruik. Na een crematie worden metalen — zoals titanium uit implantaten — gescheiden van de as, gesorteerd en omgesmolten tot nieuwe grondstoffen.
Volgens Gabriëls levert dit een CO₂-besparing op die tientallen tot honderden keren lager ligt dan bij het delven van nieuwe metalen. Ook na begraven is recycling mogelijk, mits de resten na verloop van tijd worden geruimd en alsnog gecremeerd.
En wat is nu de duurzaamste keuze?
Hoewel het aantal lichaamsvreemde materialen stijgt, blijft begraven in veel gevallen de duurzaamste optie — mits goed uitgevoerd. Een algemeen graf met latere ruiming en recycling van metalen kan zelfs extra duurzaam zijn. Cremeren biedt op zijn beurt kansen voor materiaalterugwinning. Het sleutelwoord? Circulair denken — óók na de dood.